Tos en Otje zijn vertrokken uit de Koperwiek. Het is lastig nieuw werk te vinden, omdat Tos geen papieren heeft. Hij is ze ooit kwijtgeraakt in het Kompjoetergebouw van Kokkelburg. Als hij daar naar zijn papieren gaat informeren, krijgt hij weer een driftbui. Otje en Tos moeten halsoverkop het Kompjoetergebouw en de stad verlaten. Gelukkig krijgen ze hulp van Kwark de Kraai, die hen naar een veilig plekje brengt.