De hoogbejaarde Landerke heeft zich door zijn vrienden Pulle en Paus laten ompraten om mee op het bejaardentehuis in het klooster van Hagendonck te komen wonen. Er heerst daar onder de wetten van moeder-overste een Spartaanse terreur, wat onder meer inhoudt dat de mannen en de vrouwen strikt gescheiden moeten blijven.