De film, die zich afspeelt in 1950, vertelt het verhaal van pater Leopold en de monniken van zijn orde die worstelen om het christendom opnieuw te doen herleven in een land dat zichzelf na de oorlog bij elkaar probeert te schrapen. Aanvankelijk belemmeren de communistische machten hun werk niet, en de Kerk is er zelfs in geslaagd om heilige voorwerpen die tijdens de oorlog verborgen waren, weer in het bezit te krijgen. Deze 'vredige' toestand duurt niet lang. Vader Leopold wordt gearresteerd op basis van verzonnen beschuldigingen en om hem te breken, wordt hij onderworpen aan wrede martelingen. Zijn voormalige leerling, luitenant Keller, die de religie de rug toekeerde en nu in het socialistische systeem gelooft, wordt - op bevel van majoor Fjodorov - aangesteld om een schuldbekentenis af te dwingen. Maar het doorzettingsvermogen en de weerstand van de Vader veranderen alles.