Paul is een ruige boer die alleen zijn dieren koestert. Gevangen in zijn onvermogen om tederheid over te brengen, pest hij zijn naasten. In zijn schaduw lijdt zijn vrouw aan een ziekte die hij weigert toe te geven. Ze stopt met samenwerken met hem en plotseling stort alles in voor Paul. Vervolgens besluit hij een Poolse arbeider in dienst te nemen. Deze ontmoeting zal zijn leven op zijn kop zetten en hem voor het eerst dwingen zijn 'relatie met vrouwen' in twijfel te trekken. Door zijn werker en het vertrek van zijn vrouw naar het ziekenhuis zal Pauls kijk ongemerkt menselijker worden.